Primaire gegevens
- Auteur: Willem Frederik Hermans
- Titel / ondertitel: De donkere kamer van Damokles
- Jaar van uitgave: 1958
Samenvatting
Henri Osewoudt verlaat zijn geboortedorp om bij zijn oom en tante te gaan wonen omdat
zijn moeder zijn vader heeft vermoord. Hij groeit op in Amsterdam, heeft een relatie met zijn
nicht en doet aan judo. Als hij achttien is geeft hij aan geen interesse te hebben in studie, hij
trouwt met zijn nicht, Ria Nauta, en verhuist terug naar Voorschoten waar hij de sigarenzaak
van zijn vader heropent. Zijn moeder komt bij Henri en Ria inwonen. De oorlog begint.
Osewoudt wordt afgekeurd en hoeft dus niet het leger in, maar helpt wel bij de burgerwacht
van Voorschoten.
Op een dag komt Dorbeck met wat andere soldaten de winkel binnen, Dorbeck laat een
fotorolletje bij Osewoudt achter om te laten ontwikkelen. Als Dorbeck twee dagen later
terugkomt zijn de foto’s nog niet klaar, maar heeft Nederland al gecapituleerd en wil
Dorbeck dat Osewoudt hem een pak leent en zijn uniform en pistool begraaft. Osewoudt
doet dit alles. Als Osewoudt de foto’s wil ontwikkelen mislukt dit, maar omdat hij zoiets niet
aan Dorbeck wil vertellen koopt hij een Leica en maakt zelf foto’s van militaire objecten.
Hierna krijgt Osewoudt opnieuw een opdracht van Dorbeck. Hij moet naar Haarlem gaan en
krijgt daar een pistool in zijn hand gedrukt waarmee hij samen met Dorbeck en Zewuster een
moord pleegt. Osewoudt is bang dat de zoon van de drogist, die een NSB'er is, hen gezien
heeft.
Osewoudt hoort een tijd lang niets van Dorbeck, maar ontvangt dan een brief of hij de foto's
van het allereerste rolletje naar een bepaalde postbus wil sturen. Osewoudt wil een
ontmoeting met Dorbeck en gaat dus naar de postbus toe om te zien wie de post ophaalt,
het wordt opgehaald door een heilsoldate.
Vrij snel daarna wordt hij opgebeld door Elly Meier, zij zegt uit Engeland te komen en
dringend op zoek te zijn naar een schuilplaats. Hij brengt haar naar zijn oom in Amsterdam.
Hij hoort via via dat zijn moeder en Ria zijn opgepakt en kan nu zelf ook niet langer naar huis
toe. Bij de Joodse studente Marianne, met wie hij een relatie begint, laat hij zijn haar zwart
verven. Hij lijkt nu precies op Dorbeck.
Opnieuw volgt er een opdracht van Dorbeck. Dit keer gaat het om een hoge man van de
Gestapo die uit de weggeruimd moet worden. Osewoudt werkt bij deze opdracht samen met
een andere vrouw wanneer zij beiden terugreizen met de trein wordt de vrouw opgepakt.
Osewoudt niet. Maar wanneer hij diezelfde avond met Marianne in de bioscoop zit ziet hij
zijn eigen foto op het scherm verschijnen met als aankondiging dat hij opgepakt moet
worden. Hij vlucht wel maar het duurt niet lang of hij wordt opgepakt. Hij wordt gemarteld
en belandt in het ziekenhuis, maar wordt daaruit bevrijd. Hij duikt onder bij Labare waar hij
in een volledig verduisterde kelder foto's ontwikkeld. Maar ook hier is hij niet veilig want
wanneer de Duitsers het pand van Labare overvallen wordt Osewoudt toch opgepakt.
Tijdens deze tweede gevangenschap wordt Osewoudt beter behandeld, wat hij vooral te
danken heeft aan de hooggeplaatste Ebernuss die een zwak voor Osewoudt lijkt te hebben.
Ebernuss probeert zijn vertrouwen te winnen door Marianne, die Osewoudts kind draagt,
vrij te laten. Toch twijfelt Ebernuss aan de verhalen die Osewoudt over Dorbeck vertelt en
wil daarom Dorbeck ontmoeten. Samen met Osewoudt gaat hij naar een halfgeheim café
waar inderdaad ook Dorbeck aanwezig is. Die laatste geeft hem kristallen om de wijn van
Ebernuss mee te vergiftigen en wanneer dat gebeurd is, vluchten Osewoudt en Dorbeck in
de auto van Ebernuss. Dorbeck vertelt Osewoudt dat Ria nu samenwoont met de zoon van
de apotheker en dat Marianne aan het bevallen is. Osewoudt krijgt een
verpleegstersuniform waardoor hij door zijn kleine gestalte en baardloze gezicht
onherkenbaar is. Als Osewoudt bij de kraamkliniek aankomt en naar Marianne informeert,
krijgt hij het levenloze lichaampje van hun kind te zien. Hij is erg van slag en een Duitse
soldaat die wel wat vriendelijks wil doen voor de mooie vrouw waar hij Osewoudt voor
aanziet neemt hem mee in zijn auto en brengt hem naar Voorschoten. Daar doodt Osewoudt
Ria en nadat ze nog wat verder gereden zijn doodt hij ook de Duitser. Met behulp van een
arts komt hij uiteindelijk in Breda, dat al bevrijd is. Daar meldt hij zich direct maar tot zijn
grote verbazing, wordt hij gearresteerd. Hij wordt zelfs naar Groot-Brittannië gebracht en
het lukt hem niet om te bewijzen dat hij geen verrader is. Dorbeck is de enige die hem vrij
zou kunnen pleiten, maar die is onvindbaar. Osewoudt lijkt zijn verstand te verliezen en
wanneer hij wegrent wordt hij neergeschoten. Hij overlijdt aan zijn verwondingen.
Recensie / beoordeling
Maar al gauw toen ik het boek begon te lezen bleek het erg anders geschreven te zijn dan
Het behouden huis. Het onderwerp was dan wel bijna het zelfde, het speelt zich beide in de
Tweede Wereld oorlog af, maar toch had dit boek iets dat mij het lezen ervan per regel bijna
leuker maakte. De spanning in het boek was te snijden. Hoewel ik kan me dan niet echt goed
in het verhaal plaatsen want ik heb nog nooit iets als een oorlog meegemaakt.
Het gene waarom het boek zo spannend was, waren toch wel de gebeurtenissen. Er
gebeurde erg veel in dit boek, maar alles wat gebeurde was met een dreiging waardoor er
een constante spanning is als je het leest. Op een gegeven moment vond ik het boek even
niet meer leuk, omdat ik de draad kwijt was. Er waren zoveel mensen bij gekomen en er was
zoveel gebeurd. Maar toen ben ik weer twee hoofdstukken terug opnieuw begonnen en heb
ik het daarna in bijna één keer uitgelezen. Hoewel de gebeurtenissen erg spannend waren,
omdat ze erg uitgebreid verteld werden, vond ik het einde van het boek niet heel erg
passend. Het boek was eigenlijk in één keer afgelopen, de hoofdpersoon wordt
doodgeschoten, terwijl de rest van het boek juist zo uitgebreid verteld werd. Hoewel het aan
de ene kant niet echt passend was, was het aan de andere kant juist wel passend, je weet
nog steeds niet of Dorbeck echt bestaan heeft.
Wat ik aan het begin van dit stuk al heb gezegd is dus dat ik het boek niet moeilijker vond,
maar anders dan het andere boek dat ik van Hermans gelezen heb. Zijn zinnen waren in dit
boek iets langer en uitgebreider. Er werd duidelijk uitgelegd hoe iets of iemand eruit zag,
daarom kon ik me de dingen die verteld werden toch wel bijna voor me zien. Het enige wat
mij het lezen van dit boek moeilijk heeft gemaakt zijn de gesprekken in het boek en
sommige, misschien ietwat ouderwetse woorden. De gesprekken in het boek waren op het
begin nog wel te volgen, maar later in het boek, als de hoofdpersoon verhoord wordt,
worden de gesprekken wat langdradig, en veel dingen lees je voor de zoveelste keer, omdat
hij vaak verhoord werd. En op één moment in het boek was er een gesprek waar ik niet van
begreep. Het gesprek was erg filosofisch, en er werden dingen in het gesprek verteld
waarvan ik niets af wist. Ik heb hier maar gewoon doorheen gelezen, en het heeft niet heel
veel invloed gehad op het verdere lezen van het boek. Over de ouderwetse woorden kan ik
niet veel zeggen, het hield me soms een beetje op van het lezen, maar dan vroeg ik gewoon
aan mijn ouders, het boek komt ten slotte uit 1958.
Handelingen
Het boek is chronologisch opgebouwd hoewel er soms tussen verschillende scenes grote
tijdsprongen worden gemaakt die de lezer kunnen verwarren. Verder is het boek
chronologisch geschreven en bevat het, buiten de verhoren om, niet heel veel terugblikken
of –verwijzingen. Het verhaal is niet continu geschreven, omdat er redelijk veel gebruikt
wordt gemaakt van tijdsprongen.
Het verhaal speelt zich af in Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Het begint in
Osewoudt’s geboortedorp Voorschoten waar hij later ook gaat wonen met zijn vrouw. In
1944 moet Osewoudt onderduiken in Amsterdam bij Labare werkt hij in de donkere kamer.
Hij wordt opgepakt en naar Leiden gebracht, maar weet te ontsnappen en reist naar Breda
dat inmiddels al bevrijd is. Hier wordt hij opnieuw opgepakt, maar nu door de geallieerden
en naar Groot-Brittannië gebracht.
Hermans’ stijl is erg ingewikkeld. Mijn lerares Nederlands zei op de middelbare school dat er
bij Hermans nog geen mus van het dak af kan vallen zonder betekenis. De woorden of
zinsconstructies zijn niet moeilijker dan normaal, maar het verhaal zit erg ingewikkeld in
elkaar waardoor je als lezer de neiging hebt de weg kwijt te raken. Toch is het boek juist
door die diepere lagen zeker de moeite waard om te herlezen. Er worden steeds nieuwe
dingen in ontdekt.
Opbouw van spanning
In de "De donkere kamer van Damokles" wordt de lezer alleen ingelicht over de
waarnemingen van Osewoudt. Er is geen verteller die boven het subjectieve standpunt van
Osewoudt staat. Er is dus sprake van een personale roman. Met name door het intrigerende
open einde van de roman is de afwezigheid van iets of iemand die de lezer overzicht kan
bieden, zeer functioneel; evenals Osewoudt is de lezer ook verstrikt geraakt. Want je weet
niet wat echt of niet echt is.
Er zit hierdoor een grote spanning in het boek. Hier dragen tevens het verzetsleven, de
gevangenschap, de moorden, de wisselende identiteiten, de straatnamen, de ontsnappingen
en de telefoonnummers ook aan bij. Naast het thrilleraspect zit er ook een psychologisch
aspect in het boek, nl:. Henri's streven om compleet te worden door de opdrachten van
Dorbeck uit te voeren, wat uiteindelijk tot zijn eigen ondergang leidt. Tijdens zijn
gevangenschap wil niemand geloven dat Dorbeck werkelijk bestaat. Het lijkt alsof Dorbeck
Henri verstoten heeft van zijn eigen voetstuk. Vanaf hier draait het boek alleen maar om de
vraag of Dorbeck werkelijk bestaat. Het zou kunnen dat Dorbeck een verzinsel is van Henri's
fantasie, of dat Dorbeck een Duitse politieagent is. Dorbeck zou ook aan het eind van de
oorlog gedood kunnen zijn, of net als Osewoudt gevangen zitten. Deze verwarring die door
Hermans met opzet gecreëerd wordt, wordt niet opgehelderd. Net als Henri zelf worden we
op het eind achtergelaten met enkel vragen.
De tijd in het verhaal
Het boek speelt zich af in de gehele Tweede Wereldoorlog. Het begint in 1932, de jeugd van
de hoofdpersoon, en het eindigt in 1945. Totaal neemt het verhaal dus zo’n 13 jaar in beslag.
De tijd waarin het verhaal is geschreven en de kenmerken van de literatuur
uit die tijd
Het boek is voor het eerst gedrukt in 1858. Het boek is geschreven na de Tweede
Wereldoorlog. Het boek gaat ook over de oorlog. Dit is een kenmerk van de literatuur uit die
tijd. De Tweede Wereldoorlog werd vaak als onderwerp gebruikt voor de boeken die na de
oorlog geschreven werden. De herinneringen aan de gruwelen van de oorlog vormde een
voedingsbodem voor de filosofie van het existentialisme. Volgens Jean-Paul Sartre is de
mens geworpen in een wereld waar hij niet om gevraagd heeft en waarin hij het slachtoffer
is van de omstandigheden. In deze wereld is de mens wel vrij. De mens is persoonlijk
verantwoordelijk. Hij kiest zelf zijn eigen lot.
Het existentialisme was een filosofische, maar ook een literaire stroming, die ontstond na de
Tweede Wereldoorlog. het existentialisme is ook de literaire stroming van dit boek.
Literaire stroming, hoofdgenre, genre, subgenre
Het is lastig om dit boek in te delen bij een bepaalde stroming. Het verhaal zou kunnen
vallen onder het existentialisme. De literaire stroming waaronder dit boek valt is het
existentialisme. Het existentialisme is een filosofische en literaire stroming, die individuele
vrijheid, verantwoordelijkheid en subjectiviteit vooropstelt. Alle personen zijn unieke
wezens, die verantwoordelijk zijn voor hun eigen daden en hun eigen lot. Je ziet dit erg terug
in de onwetendheid van de hoofdpersoon. Osewoudt heeft geen idee wie Dorbeck eigenlijk
is, en als hij in de cel zit snapt hij ook echt niet waarom. Verder heeft hij geen idee waarom
hij bepaalde opdrachten uitvoert (zoals het liquideren van bepaalde mensen) maar doet hij
het maar gewoon omdat Dorbeck het hem vraagt om te doen.
Verder zie je het terug in het individualisme. Osewoudt staat er in princiepe alleen voor.
Niemand die hem komt helpen als hij in de penarie zit. Hij krijgt wel hulp bij opdrachten,
maar verder moet hij alles zelf doen en oplossen. Hij krijgt ook steeds nieuwe mensen om
zich heen, maar blijft niet hangen bij de vorige.
Verder is Osewoudt enkel een som van de dingen die hij heeft gedaan. Osewoudt heeft het
gevoel dat hij iets moet doen in de oorlog om te bewijzen dat hij ook iets kan en ook iets
betekend. Zijn ontbrekende baardgroei doet hem onvolledig voelen, en daar wil hij iets aan
doen. Door te bewijzen dat hij wel iets betekend, vindt hij dat hij ook een echte man is. Dat
staat in lijn met het existentialisme, want dat zegt dat je enkel een som van je daden bent.
Het verhaal behoort tot de epiek, omdat er veel dingen gebeuren in het verhaal. Het genre
van het boek is roman. Het subgenre van De donkere kamer van Damokles is een
psychologische roman en tegelijkertijd ook een oorlogsroman (aangezien het zich afspeelt
ten tijde van de oorlog).
Hoofdpersonages
Dorbeck:
Of hij wel of niet bestaat wordt niet duidelijk, maar Dorbeck is in ieder geval een mysterieus
persoon. Hij lijkt in alles op Osewoudt. Hij heeft alleen wel baardgroei en donker haar. Hij
was soldaat in het Nederlandse leger en weigerde te capituleren. Hij rijdt op een motorfiets
en geeft Osewoudt allerlei opdrachten. Hij lijkt een sleutelfiguur van het verzet te zijn wat
het zelf vreemder maakt dat zijn bestaan niet duidelijk is.
Henri Osewoudt:
Hij woont in Voorschoten waar zijn ouders een sigarenwinkel hebben. Wanneer zijn moeder
zijn vader doodt, trekt Henri bij zijn oom en tante in. Daar begint hij een relatie met zijn
zeven jaar oudere nicht, niet echt uit liefde meer om haar blij te maken. Hij is erg klein voor
zijn leeftijd en volgt judolessen waardoor zijn voeten vergroeien. Hij heeft blond haar en
geen baardgroei.
Ria:
Zij is de volle nicht van Osewoudt, maar ook zijn vrouw. Zij is 7 jaar ouder en niet al te
aantrekkelijk vindt Osewoudt, haar haar heeft de kleur van pakpapier, en zij heeft een te
lange, spitse onderkaak met veel te lange tanden, die lijken op lucifers. Zij gaat later met de
buurjongen van Osewoudt, die NSB’er is, en samen verraden zij Osewoudt. Osewoudt
vermoordt haar later toch.
Moeder van Osewoudt:
Dit is dus de moeder van Osewoudt, die haar eigen mag heeft vermoordt. Zij lijdt aan
waanbeelden en –ideeën, en is krankzinnig verklaard door de psychiater.
Marianne Zettenbaum:
Zij is een Jodin, zij is intelligent en mooi, en zij was ook bekend onder de naam Marianne
Sondaar. Zij heeft blond haar en een mooie glimlach. Zij raakt verliefd op Osewoudt en
Osewoudt ook op haar. Zij is het die Osewoudt’s haar verft, en zo leren ze elkaar kennen.
Later raakt zij zwanger van Osewoudt.
Oom Bart Nauta:
Hij is samen met zijn vrouw, die vroeg in het boek overlijdt, de voogdij van Osewoudt,
wanneer zijn moeder naar een kliniek moet en zijn vader vermoord is door zijn moeder. Hij
was vroeger communist en is het nooit eens geweest met het huwelijk van Osewoudt en Ria,
zij dochter. Later wordt zijn tong afgehakt door de Duitsers.
Perspectief
Het verhaal is geschreven in een enkelvoudig personaal perspectief. Je volgt iemand
genaamd, Henri Osewoudt. Je ziet het gehele verhaal door zijn ogen en krijgt alleen zijn
gevoelens en gedachte te horen.
Titelverklaring
Titel: De donkere kamer van Damokles
De titel is opgebouwd uit twee delen die afzonderlijk van elkaar te verklaren zijn. De donkere
kamer zou kunnen wijzen naar de kamer waarin Osewoudt foto’s ontwikkelt voor het verzet.
Damokles verwijst naar een mythologisch figuur. Damokles is een dienaar van Dionysius en
wil voor een dag de macht van zijn heerser. Dus Damokles mag dan voor deze ene dag op de
troon van Dionysius zitten en geniet van alle rijkdom, maar dan zegt Dionysius hem omhoog
te kijken en daar ziet hij boven zijn hoofd een zwaard aan een paardenhaar hangen. Dit
zwaard boven zijn hoofd staat voor de constante dreiging die boven geluk en rijkdom hangt.
Met betrekking tot de roman kun je zeggen dat ook in Osewoudt’s leven er een constante
dreiging bestaat.
Thema en motieven
Thema: Dubbelgangersmotief
Dorbeck en Osewoudt zijn elkaars dubbelgangers, toch zijn ze niet hetzelfde. Dorbeck is wat
Osewoudt graag zou willen zijn, aan het eind zegt hij zelfs dat hij zonder Dorbeck niets is.
Dorbeck is het negatief van Osewoudt, in alles zijn precies omgekeerde en daarom zo
ontzettend gelijk. Een aanwijzing hiervoor is de precies omgekeerde haarkleur.
Motieven:
Fantasie en werkelijkheid: Zeker omdat het personage Dorbeck nogal wat vragen oproept.
Lijkt het alsof Osewoudt de fantasie en de werkelijkheid niet kan scheiden. Dit is eigenlijk
niet zozeer een motief dat in het boek speelt, maar wel wat er achter blijft in het hoofd van
de lezer.
Fotografie: De fotografie speelt een grote rol, het ontwikkelen en het maken van foto's komt
een aantal keer terug. Ook worden foto's voor verschillende doeleinden gebruikt, zo
identificeert Elly zich met een foto en probeert Osewoudt later het bestaan van Dorbeck met
foto's te bewijzen.
Leidmotieven zijn: de kleur zwart, Osewoudt’s Leica en foto’s. Dit zijn leidmotieven omdat
het hele boek eigenlijk gaat over de kleur zwart en foto’s. De foto’s zijn de bewijsstukken
voor de onschuld van Osewoudt, helaas mislukt juist die ene foto die zijn onschuld aantoont
tijdens het ontwikkelen. En de foto’s zijn genomen met de Leica van Osewoudt. Op het laatst
wordt het toestel teruggevonden maar helaas mislukken de foto’s dus. De kleur zwart is zeer
belangrijk omdat dat de kleur haar is die Dorbeck van Osewoudt onderscheidt, en zodra
Osewoudt zij haar had geverfd zag iedereen het verschil niet meer, en was dat eigenlijk het
gene waarom hij opgepakt werd. Als hij zijn haar niet had geverfd hadden mensen hem ook
niet aangezien voor Dorbeck en was hij misschien wel onschuldig gebleven. Ook is de kleur
zwart een leidmotief dat staat voor de kamer waarin je foto’s ontwikkeld, dat moet een
donkere, zwarte kamer zijn, waar totaal geen licht is.
Stijlfiguren en beeldspraak
Idee: Het weergeven van de machteloosheid van een mens in een moeilijke situatie. In dit
boek komt de machteloosheid omdat Osewoudt niemand meer heeft die voor hem kan
getuigen dat Dorbeck bestaan heeft, Osewoudt moet dus in zijn eentje tegen Nederlandse
instanties en Duitse instanties het bestaan van Dorbeck bewijzen. Het is dus eigenlijk een
soort van 1 tegen 2. Osewoudt staat machteloos tegenover de Duitsers en Nederlandse
instanties.
Volgens mij staat in dit verhaal Dorbeck symbool voor alles wat Osewoudt eigenlijk zou
willen zijn. Hij spreekt over zichzelf als het mislukte exemplaar van Dorbeck, hetzelfde
fabrikaat alleen is Dorbeck wel gelukt. Dorbeck is een vrijgevochten man die weet wat hij wil
en zijn zaakjes goed onder controle heeft. Osewoudt is de greep, de controle op en over zijn
leven een beetje kwijtgeraakt. Hij wil graag net als Dorbeck zijn en deze controle, de
mogelijkheid zelf keuzes te maken, terug hebben. De symboliek zie je ook terug in de
ruimtes. Alle gangen zijn nauw en klein, dat is om aan te geven in wat voor tijd het zich
allemaal afspeelt: de Tweede Wereldoorlog, een tijd van onzekerheid en dat merk je dus aan
de beschrijving van de ruimtes. Altijd is het een beetje donker, klein en nauw.
Motto
“Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is.
Men zou kunnen willen zeggen: ‘Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.’
- Dan moet hij er ook zijn, als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat.”
(Door: Ludwig Wittgenstein 09-01-2012)
Dit motto/naschrift, slaat terug op Dorbeck. Hij was er als Osewoudt hem meestal niet nodig
had, en hij was er dan meer om Osewoudt een opdracht te geven. Maar op het eind van het
boek, wanneer Osewoudt Dorbeck het hardst nodig heeft, is Dorbeck als het ware
verdwenen, en iedereen die zijn bestaan zou kunnen hebben bewezen was dood of
vermoord.
Maak jouw eigen website met JouwWeb